Niet omdat het moet, maar omdat het kan
Deze reclameslogan van een groot telecombedrijf -niet omdat het moet, maar omdat het kan- is bedacht door een vriendin van mij. Hulde aan haar marketingkwaliteiten, want hoewel ik het een uitermate irritante reclame vind (dit komt overigens vooral door de bijbehorende reclamedeun), zingt hij al een paar jaar rond in mijn hoofd.
Bij een recente dialoog tussen instellingen over cultuureducatie popte deze weer op.
In een grote stad hadden een tiental instellingen met elkaar besloten samen te werken voor het organiseren van cultuureducatie. Zo is er 1 brochure met gezamenlijk aanbod, 1 digitale inschrijfplek zodat scholen eenmalig hun gegevens achter kunnen laten, op een breed aanbod kunnen inschrijven en 1 planning (bij diverse instellingen) krijgen. Ze doen dit niet omdat ze moeten samenwerken, maar omdat ze ervan overtuigd zijn dat het de scholen ten goede komt.
De wil om samen te werken is groot, alleen de onderlinge ‘concurrentie’ sluipt zo af en toe door de samenwerking heen. Want stel dat jij vorig jaar veel moeite hebt gedaan om die ene school binnen te halen en dat deze nu bij een ander boekt? Dat de ander met het gezamenlijke inzicht zelf alle scholen kan gaan benaderen? Je gunt het ze en wilt zelf zoveel mogelijk leerlingen verleiden en zo de opgelegde targets halen.
Naar mijn idee dragen de individuele targets niet bij aan uiteindelijke doel: zoveel mogelijk leerlingen met een diversiteit aan cultuureducatie in contact laten komen.
Twee voorbeelden uit de praktijk:
1. Een target voor iedere individuele instelling heeft als consequentie dat iedere school wordt gebeld, gemaild en post krijgt van verschillende instellingen. Instellingen die veelal ook een overlap hebben aan voorstellingen en activiteiten. Natuurlijk is het belangrijk dat instellingen hun eigen identiteit en onderscheidend vermogen over de bühne kunnen brengen, maar zien icc-ers of leerkrachten door de bomen het bos nog?
2. Een school belt een instelling met de vraag of de voorstelling over “Dans&Spring” ook in november speelt omdat ze net een themaweek over het lichaam hebben. Verwijs je ze door naar je collega instelling waar deze dan wel speelt of promoot je die andere voorstelling bij jullie in november die inhoudelijk minder aansluit maar nog niet vol zit..
Mij lijkt dat de missie blijft dat leerlingen in hun ‘carrière’ zoveel mogelijk met diverse disciplines in aanraking komen en daarbinnen een diversiteit ervaren aan vormen (receptief, interactief ed). Bij welke instelling dat is, is deels ondergeschikt daaraan. Sterker nog: hoe leuk is het als je als kind bij verschillende theaters en musea bent geweest? Het gebouw, de sfeer, de ervaring hebt kunnen proeven?
Individuele targets dragen niet bij aan deze missie. Samenwerking tussen instellingen wel. Onze praktijkervaring leert:
Samenwerking stimuleert afstemming van onderling aanbod; niet meer aanbod, maar divers en afgestemd aanbod.
Samenwerking geeft meer relevante, actuele en heldere stuurinformatie; als gemeente weet je meteen waar het geld aan wordt besteed en of de gestelde doelen worden gehaald.
Samenwerking zorgt voor betere service naar scholen en betere aansluiting op lesthema’s.
En ja, het samenwerken vraagt soms ook meer onderlinge afspraken en afstemming. Maar dat loont doordat het bijdraagt aan de missie waar iedereen voor staat, ongeacht de targets die er zijn.
En niet omdat het moet, maar omdat het kan..